,,Ik ben smerig en vies genoemd, ben uitgelachen en heb vieze blikken gekregen.'' vertelt Mats, terugdenkend aan zijn ervaringen in de Pride maand van juli 2022. Juist dé maand waarin iedereen zichzelf zou mogen zijn. Dit blijkt echter niet het geval te zijn als we zijn, en vele andere verhalen uit de regenbooggemeenschap mogen geloven. Hoe groot is dit veel voorkomende probleem en wat kunnen we hiertegen doen?
Veel onduidelijkheid op zowel regionaal als nationaal vlak. Dat is het hoe het huidige meldingssysteem eruitziet als we kijken naar hoe de LHBT+ cijfers omtrent geweldsincidenten worden geregistreerd en opgeslagen. Op regionale schaal zien we verschillende initiatieven om deze problematiek aan te pakken. Door bijvoorbeeld nieuwe platformen te creëren waar LHBT+ ers terecht kunnen, denk hierbij aan apps of meldingspunten. Met als doel om snel en gemakkelijk incidenten te melden.
Echter is vaak de uitvoering iets wat te wensen overlaat. Een goed voorbeeld hiervan is het Utrechts meldpunt #Weblijvenonszelf, dat in samenwerking met Art1 en COC Midden Nederland is opgericht in 2020. Dit platform is voor velen onvindbaar, omdat deze niet via de Google resultaten naar voren komt. Hierdoor hebben ze minder bereik en zullen veel mensen die dit platform nodig hebben het niet kunnen gebruiken.
De intentie van dit soort organisaties is dan ook vaak goed, maar om dit structurele probleem op te lossen is er een nationale aanpak nodig die bij iedereen bekend is.
Cijfers over LHBT+ geweld uit 2021
Hieronder de meest recente cijfers van COC Nederland over de bij hun bekende geweldsincidenten uit 2021. Belangrijk is om te benoemen dat nog geen 15 procent van de LHBTers die te maken krijgen met discriminerend geweld, hier een melding van maken. Daarom is het lastig om inzage te krijgen in de ontwikkeling van deze cijfers. Wel weten we inmiddels dat:
- Van de 100 LHBTers krijgen er 70 te maken met verbaal en fysiek geweld op basis van discriminatie.
- Er een sterke stijging van LHBT+ geweld was. Van 428 geregistreerde geweld- en discriminatie incidenten in 2019 steeg dit naar 2471 gevallen in 2021.
- Lesbische en biseksuele vrouwen vanwege hun seksuele identiteit vaker te maken kregen met beledigingen, bedreigingen, openlijke geweldpleging, zware mishandelingen, vernielingen, stalken, poging tot doodslag, aanranding, verkrachting en aanhoudende pesterijen.
- Maar liefst 54 procent van de Nederlandse transgenders maandelijks of vaker beledigingen en/of gewelddadige incidenten mee maken.
- 60 procent van de LHBT+ers de noodzaak voelt om hun gedrag aan te moeten passen om negatieve reacties te voorkomen.
,,Ik heb me buiten zitten om te kleden, omdat ik bang was dat ik té gay was'' vertelt Mats, een van de modellen die we meervoudig hebben gefotografeerd. Hij is dan ook niet de enige die zijn gedrag aanpast. Maar om beter te illustreren wat deze cijfers betekenen voor de regenbooggemeenschap heeft Mats een video opgenomen, over zijn ervaringen in de Pride maand.
„Ik heb me buiten zitten om te kleden, omdat ik bang was dat ik té gay was''
De cijfers zien er niet positief uit
Volgens Wouter Kiekens, een PHD Candidate van de Rijksuniversiteit Groningen, die onderzoek doet naar middelen gebruik en de mentale welzijn van LHBT+ jongeren, vallen de cijfer van acceptatie tegen. “Uit onderzoek weten we ook dat LHBT+ jongeren vaker op school gepest worden dan heteroseksuele jongeren."
Hij ziet een duidelijk verschil tussen de slachtoffers. LHBT+ jongeren die meer afwijken van de gendernorm worden meer gepest dan anderen. Daarmee bedoelt hij jongens die zich ‘meisjesachtig’ gedragen, of meisjes die ‘jongensachtig’ door het leven gaan.
,,Ik vind het prima dat iemand homo is, zolang ik het maar niet zie.”
Uit zijn onderzoek blijkt ook dat tussen de 40 en 80 procent van de LHBT+ jongeren wekelijks lasten hebben van micro-agressies. Dit zijn alledaagse, maar subtiele vormen van discriminatie, zoals het woord homo gebruiken als scheldwoord. Ze zijn wellicht niet altijd direct bedoelt om iemand persoonlijk te kwetsen, maar vaak komt dat wel zo over. Ditzelfde gebeurt bij oppervlakkige acceptaties. Denk bijvoorbeeld aan mensen die zeggen: “Ik vind het prima dat iemand homo is, zolang ik het maar niet zie.”
We hebben nog een lange weg te gaan
De veiligheid en acceptatie van de regenbooggemeenschap in onze samenleving is nog altijd toe aan verbetering. Dit kunnen we deels bereiken door het geweld aan te pakken en beter dit soort incidenten te melden. Dit laatste is iets waar Roze in Blauw, een onderdeel van de politiemacht die zich inzet voor de regenbooggemeenschap, een belangrijke rol in kan spelen.
Naast het tegengaan van geweld is er extra aandacht voor de acceptatie nodig. De beste plek om hiermee te beginnen is op scholen. Kinderen en jongeren leren hier het best om te gaan met het scala aan diversiteit in onze samenleving. Dit vraagt om een brede aanpak van alle vormen van diversiteit en inclusie. Zo zal de diversiteit op scholen zichtbaar genormaliseerd moeten worden door onder andere het lesmateriaal aan te passen. Er moet meer aandacht komen voor de culturele en sociale verschillen, en moet er meer aandacht naar seksuele en gender-diversiteit. Dit moet dan niet gebeuren met materiaal, waarop de nadruk wordt gelegd op het verschil van LHBT+ers, maar juist de normaliteit en overeenkomst. In de hoop dat de leerlingen zo leren dat een diverse en inclusieve samenleving de norm is.